Ga in een kring staan en een speler begint met een HO.
Met een HO gaan de armen in een vloeiende opwaartse beweging omhoog; met de handen bijeen als een Samurai zwaard.
De twee directe buren reageren met een CHING.
Zij doen de de handen ook weer bijeen als een zwaard en maken een zijwaartse beweging; alsof zij de Ho-speler met hun zwaard doorklieven.
Als reactie daarop beweegt de Ho-speler zijn armen in een vloeiende beweging omlaag en roept TJAK. Hierbij richt hij zijn denkbeeldige Samurai zwaard op een andere speler in de kring.
De speler die aangewezen wordt roept HO en voert de bijbehorende actie uit.
Dit is logischer wijs de volgende Ho-speler en De routine herhaalt zich: HO-CHING-TJAK.
Begin het spel rustig om de regels eigen te maken.
Verhoog vervolgens het tempo zodat er geen pauzes vallen in het HO-CHING-TJAK.
Een finale ronde wordt gespeeld als een spel waarbij spelers ‘af’ zijn bij een fout of trage reactie.
Is een speler af dan gaat hij zitten op zijn plek in de kring. De afstand tussen de directe buren wordt dus groter en vergt meer concentratie voor het reactie vermogen van de CHINGactie.
Simpele variatie: In plaats van HO-CHING-TJAK kan er gespeeld worden als Wah-Wah-Wah. De acties blijven echter hetzelfde.
0 reacties